donderdag 18 februari 2010

Interview Erwin Giezen, drive-in-cocktailbar

‘Drive-in-cocktailbar’ is
seizoensgevoelig

Door DENNIS BOXHOORN

WOERDEN

Voor de gelegenheid heeft Woerdenaar Erwin Giezen zijn onderneming even ‘uitgestald’ in de woonkamer. Een puntgave witte bar prijkt in zijn huis. De rest van zijn meubels hebben even moeten wijken. De klok geeft aan dat het nog ochtend is, maar de eerste cocktails heeft hij al lang gereed. Uren lang kan hij vertellen over hoe een cocktail zou moeten smaken. „Proeven werkt het beste, dat doe ik bij elke cocktail die ik schenk.” Stapje voor stapje laat de ambitieuze ondernemer zien hoe zijn nieuwste drankje gemaakt moet worden. Gecrushte kiwi, ijs, versgeperste citroen, suikerwater en ga zo maar door.

En zo maakt de 25-jarige Giezen er in een handomdraai ruim veertig. Inspiratie haalt hij van internet, maar veel bedenkt hij zelf. Hij test ze in café de Marketier, waar hij werkzaam is als barman. Sinds één januari van dit jaar is hij er officieel klaar voor. De bar, bedacht door Giezen maar gemaakt door een hout- en staalbewerkingsbedrijf uit Montfoort, staat in zijn schuur klaar om dienst te doen. Helaas stromen de opdrachten nog niet binnen. Giezen denkt dat de aanhoudende kou de boosdoener is. „Cocktails drinken doe je natuurlijk het liefst met mooi weer. Als het straks warmer wordt, zal blijken of mijn concept aanslaat in deze regio.”

Giezen kwam dankzij een zaakje in Den Haag op het idee om een zogenaamde ‘drive-in-cocktailbar’ te ontwikkelen. Uit school ging hij er geregeld wat drinken en hij was onder de indruk van de eenvoud en kleinschaligheid versus de succesvolle formule. Inmiddels zit Giezen in het examenjaar van zijn studie Small Business en Retail Management en wordt hij geacht een plan te bedenken voor een onderneming. Men was enthousiast over het concept, maar waarschuwde hem voor de crisis. „Klanten werven zou nog wel eens moeilijk kunnen worden, werd mij verteld. Dat ondervind ik nu aan den lijve. Via mond-tot-mondreclame heb ik wel wat toezeggingen, maar niets staat zwart op wit. Gelukkig heb ik geen kosten voor een locatie en neem ik geen mensen in vaste dienst. In principe heb ik dus alle tijd. En als het niets wordt, verkoop ik de boel toch gewoon weer.”

Maar hoe werkt het principe van Premium Cocktails nu eigenlijk? „Vrij simpel, aangezien de bar tamelijk mobiel is. Ik word gebeld door iemand die een feestje wilt geven. Ze vertellen wat ze het liefst willen, zodat ik mijn bar kan inrichten. Willen ze champagnecocktails of liever bier en wijn, het kan allemaal. De bar wordt dus steeds speciaal custom-made voor een feestje.” Giezen komt met zijn bar op een aanhangwagen naar bruiloften, tuinfeesten, festivals, je kunt het zo gek niet bedenken. „Maar,” benadrukt hij, „ik wil niet te groot worden, want ik wil kwaliteit blijven leveren. Het moet echt iets voor in de weekenden worden, wat ik naast mijn reguliere baan kan doen. En toch zit Giezen, ondernemingsgezind als hij is, stiekem te dromen over een breder concept. Glunderend: „Een Premiumbeerbar of –coffeebar zijn zo maar eens van die ideeën. Wie weet.”

Voor hij met de bar op pad gaat, wil Giezen hem nog wel eerst uitproberen. „Binnenkort houd ik een housewarming en dan test ik hem. Daarna hoop ik op opdrachten. In ieder geval sta ik eind augustus op het Kerkplein tijdens Lekker Woerden van Stichting Woerden Bruist.

Interview met dartster Sabrina Mulder

Dartster Sabrina Mulder krijgt kriebels
na finaleplaats Alphen Open

Door DENNIS BOXHOORN

ALPHEN

Dartster Sabrina Mulder kan het zelf eigenlijk nog niet helemaal bevatten. Vorig weekeinde, daags voor haar vijfenveertigste verjaardag, zorgde ze voor een stunt met een finaleplaats bij het RNG Open dartstoernooi in Alphen. In de finale verloor ze van Rilana Edes uit Leiden, met 4-2. Dat was geen schande, aangezien Edes momenteel elfde staat op de wereldranglijst. Ter vergelijking: Mulder heeft geen ranking en speelt slechts eens in de week mee in de verenigingscompetitie. Maar ooit was ze dichtbij de nationale top-10. „Nu ik zo goed gooi, krijg ik veel aandacht van de pers. Daardoor ben ik wel aan het twijfelen om het weer als prof te proberen.”

Mulder begon het toernooi in de Rijnstreekhal allerminst voortvarend. Ze verloor haar eerste partij, maar kwam in de drie volgende op dreef. „Ik ben een diesel. Het duurt altijd even voordat ik ze ga raken,” grapt Mulder, in het dagelijks leven financieel adviseur. In de kruisfinale en halve eindstrijd had ze geen kind aan haar tegenstandster, tot ze in de finale stuitte op Edes. Maar van teleurstelling was totaal geen sprake bij de geboren Veendamse (Gr.). Ze gooit het op gezonde Hollandse nuchterheid en bekijkt het van de positieve kant. „Ik heb toch maar even twee legs van Rilana afgetroggeld en dat terwijl zij iedere dag traint. Ik niet.” Momenteel kan Mulder thuis niet trainen. Een dartbord, op het eerste gezicht een essentieel voorwerp in de huiskamer van een dart(st)er, ontbreekt vanwege een verbouwing. „Maar hij krijgt een prominent plekje,” verzekert ze.

Mulder weet nog goed wanneer ze haar eerste pijltjes gooide. Ruim zevenentwintig jaar geleden werd haar toenmalige vriend sportman van het jaar (karten) in Veendam. Het lokale radiostation nodigde alle winnaars inclusief aanhang uit om te komen darten in de studio. „Uiteraard was het voor de fun, maar ik bleek er nogal talent voor te hebben. Het gevoel met de pijltjes was er en sindsdien ben ik in de sport blijven hangen,” vertelt Mulder. Ze begon zich in te schrijven voor lokale toernooien en trainde elke dag ruim twee uur in de eigen woonkamer of in de kroeg. „Op het hoogtepunt gooide ik drie toernooien in een weekend.”

Maar het vrouwendarten heeft mondiaal een stuk minder aanzien dan bij de mannen. Daar kwam ook Mulder al snel achter. „Alleen al aan benzine was ik zeker drieduizend gulden op jaarbasis kwijt. Dan komt er nog inschrijfgeld per toernooi bij. Bovendien moet je ook extra betalen voor de wedstrijden waarbij je punten kan scoren voor je ranking. Op den duur kostte het me te veel geld. Ik betaalde vaak meer geld voor deelname, dan ik ooit met het prijzengeld kon terugverdienen.” Mulder bedacht in een uiterste poging om van haar hobby haar werk te maken nog wel een ludieke actie. Ze benaderde mensen waarvan ze wist dat ze veel oude spullen op zolder hadden liggen. Die verkocht ze vervolgens op een rommelmarkt, maar ook via die weg was het niet lang vol te houden. Een sponsor werd nooit gevonden.

Met enige jaloezie kijkt ze nog wel eens naar Nederlands succesvolste dartster allertijden, Francis Hoenselaar. Mulder zelf speelde ooit eens tegen de huidige wereldkampioene (verloor wel) en had graag in haar voetsporen getreden. Maar een dergelijke ‘brooddarter’, zoals Mulder dat noemt, zal ze niet worden. En dat hoeft ook niet, want in de competitie (3e divisie) heeft ze het met haar vereniging Markx uit Alphen eigenlijk prima naar de zin. Voor darters van het andere geslacht hoeft ze niet onder te doen. Sterker nog, ze verslaat de meeste. „Na een tijdje krijgen die kerels zelfs respect voor je. Heerlijk vind ik dat.”

zondag 7 februari 2010

Verslag en interviews "Groenhovenplusloop"

Michael Woerden veruit de sterkste
in vernieuwde Groenhovenplusloop

Door DENNIS BOXHOORN

GOUDA

De voorbije eenendertig jaar was het parcours van de Goudse Groenhovenplusloop nou niet bepaald één van de aantrekkelijkste van ons land. Vooral de echte kilometervreters zagen zich genoodzaakt het grootste gedeelte van hun halve marathon over Gouds industrieterrein af te leggen. Maar tijdens de tweeëndertigste editie van gisteren was alles anders. Eén grote ronde van ruim twintig kilometer tot aan de bebouwde kom van Bodegraven, voerde de deelnemers door de polders van het Groene Hart. Michael Woerden (de Veenlopers, Mijdrecht) finishte, geheel naar verwachting, als eerste.

Een drie koppige ‘commissie’ boog zich sinds vorig jaar over het vraagstuk dat parcours heet, met een aantal ingrijpende veranderingen tot gevolg. Incourante afstanden als een 11,3 en een zes kilometer werden omgezet in tien en vijf, in de hoop dat de Groenhovenplusloop flink wat extra deelnemers aan zou trekken. Niets bleek minder waar, toen na afloop de balans werd opgemaakt. „We hoopten toch zeker op driehonderd deelnemers, maar we hebben de tweehonderd niet eens gehaald. Waar dat aan gelegen heeft, weten wij ook niet,” aldus organisator Clemens Wennekes.

Het zal winnaar Michael Woerden een worst geweest zijn. De 34-jarige Woerden, in volle voorbereiding op de marathon van Rotterdam in april, had wellicht juist gehoopt op wat meer tegenstand. De organisatie had vooraf gerekend op deelname van Said Kanfaoui, maar de razendsnelle Gouwenaar moest vanwege ziekte verstek laten gaan. Alleen Woerdenaar Wilfred Stelling kon het hoge tempo van Woerden bij de start volgen. Later bleek ook waarom: Stelling liep slechts een trainingsrondje van vijf kilometer.

Woerden had vooraf gedacht aan een eindtijd van 1.15 uur. Hij dook daar met 1.12.58 uur ruimschoots onder. „Jeetje, dan is die laatste zes kilometer toch wel erg hard gegaan,” hijgde Woerden met een verbeten gezicht aan de finish. „De afgelopen maand heb ik vanwege de zware sneeuwval voor mijn doen maar weinig kunnen trainen. Je krijgt dan snel last van de lies, dus daar was ik wel wat onzeker over. Ik heb op dit nieuwe parcours, met het lage aantal bochten, met beleid kunnen lopen.”

Halverwege de race liep Woerden nog op een schema dat hem zou brengen naar 1.14 uur. Maar dankzij een goede voorbereiding wist de langeafstandsspecialist precies waar hij de winst kon pakken. „Ik had vanmorgen op de fiets gezien dat ik de laatste zes kilometer met de wind in de rug zou lopen. Ik heb bewust gewacht tot op dat moment. Toen het gas er vol op. Maar de laatste kilometer moest het van diep komen hoor.” Tot aan april zal Woerden nog op diverse wedstrijden in actie komen. Er staan wat zware wedstrijden op het programma, waaronder een dertig kilometer in de duinen van Schoorl. „Ik wil in Rotterdam een nieuwe persoonlijk besttijd op de marathon lopen. Daarvoor moet ik nog wat sterker worden, vandaar die zware races. Misschien dat er dan een tijd van onder de 2:30 uur in zit.” Op gepaste afstand van Woerden eindigde Jaap Vink als tweede (1.18.12 uur) en John van Laar als derde (1.20.40 uur).

Van Norden pakt crosstitel in Alphen

Precies een dag eerder werd in Alphen aan den Rijn de jaarlijks terugkerende Aarcross gehouden. De vijfde wedstrijd in de regionale crosscompetitie (lange cross) werd gewonnen door Leidenaar Joost de Klerk, maar Pascal van Norden (AV Gouda) zat daar kort achter. Voor Van Norden, van origine een bokser, was de tweede stek voldoende voor de algehele overwinning in de strijd om de regionale crosscompetitie, mede dankzij zijn twee eerste plaatsen. Alleen de cross in Boskoop liet Van Norden schieten. „Toen ik in Gouda de cross won, dacht ik: nu moet ik ze allemaal lopen, dan zit er wellicht een titeltje in. Dat lukte, tot mijn grote verbazing. Blijkbaar heb ik toch wel wat talent voor het lopen.”

donderdag 4 februari 2010

Interview met Pim Jehee, meerkamper AV Gouda

‘Meerkampers zijn echte mannen’

Door Dennis Boxhoorn

GOUDA

Veel tijd voor een gesprek heeft meerkamper Pim Jehee uit Gouda niet. Ergens in zijn dertig-urige werkweek, tussen de acht trainingen door, heeft hij een half uurtje. Als iedereen bij AV Gouda al naar huis is, is Jehee net klaar met zijn laatste training voor de dag. Hij moet de boel afsluiten, wat wel aangeeft wat voor een rol het 21-jarige talent binnen zijn vereniging heeft. In een achterkamertje van het Goudse clubhuis, legt hij onder andere uit waarom hij ooit meerkamper werd.

Bij de junioren behaalde Jehee al eens medailles op de Nederlandse Kampioenschappen. Zo pakte hij in 2007 goud op de 400 horden en brons op het onderdeel polsstokhoogspringen, zijn favoriet. In datzelfde jaar haalde hij ook zilver op het NK Meerkamp. Vanaf dat moment, zo schrijft hij op zijn website, wist hij wat hij wilde worden: een meerkamper. „Als ik vroeger naar atletiek op televisie keek, zag ik die oersterke mannen van de meerkamp. Dan dacht ik altijd: dat zijn complete atleten, dat zijn pas echte mannen. Toen wist ik dat ik dat ook wilde. Zo compleet en veelzijdig mogelijk worden.”

Inmiddels gaat Jehee zijn derde seizoen als meerkamper in en draait hij mee in de Nederlandse subtop. Maar daar moet hij meer voor doen dan voorheen, toen hij zijn geluk beproefde op andere onderdelen. Elke dag werkt hij een verschillende training af en op vrijdag zelfs twee. „Ja, de vrijdag is het drukst. ’s Ochtends ga ik dan met de auto van mijn vader naar Zoetermeer. Daar krijg ik polsstoktraining in een speciale hal. Ik rij dan terug naar Gouda, waar ik samen met iemand een bedrijfje run. Aan het eind van de werkdag zorgt mijn vader dat het eten klaar staat en dan knal ik door naar de volgende training. Die is wel wat rustiger hoor, ander hou ik het ook niet vol,” verzekert Jehee. Met zijn compagnon heeft hij flexibele afspraken gemaakt, als het gaat om zijn werktijden. „Als een training ’s een keer wat uitloopt, maakt dat niet uit.”

Momenteel is Jehee in volle voorbereiding op het indoorseizoen. Komend weekeinde wordt in Apeldoorn het Nederlands Indoor Kampioenschap voor senioren gehouden. Zondag doet hij mee bij het polsstokhoogspringen. „Dat wordt geweldig joh. Het publiek vindt dat onderdeel het mooist. Vanaf de 4,50 meter worden ze helemaal gek. Als het goed is doe ik dan ook nog mee.” Want op de trainingen voelt Jehee dat er wel eens mooie dingen kunnen gaan gebeuren in Apeldoorn. Twee weken terug scherpte hij zijn record al aan tot 4,52 meter. „Zondag zit er misschien wel 4,70 in. Gewoon een zware stok pakken en hard afzetten,” grapt de kleine meerkamper, alsof het niets is.

Een week later volgt het Nederlands Indoor Studenten Kampioenschap, eveneens in Apeldoorn. Jehee komt dan uit op het verspringen en het polsstokhoogspringen. „Een titel is niet ondenkbaar,” weet hij. Maar wederom een week later, op 20 en 21 februari, moet het gebeuren. Alle pijlen staan dit indoorseizoen gericht op het NK Meerkamp, dat ook in Apeldoorn wordt gehouden. Eremetaal zit er niet in, maar een plaats in de middenmoot zeker wel. Hoe vaker Jehee zich nationaal tussen de zesde en twaalfde plek wurmt, des te meer kans maakt hij om zich te kwalificeren voor de Europacup wedstrijden van komend outdoorseizoen. „Dat is mijn doel op de korte termijn. Lange termijndoelen, daar ben ik niet van.”

Maar voor hij Europa in mag, moet Jehee naar eigen zeggen nog een lange weg afleggen. Het liefst zou hij zestien keer per week trainen, om sneller vooruit te gaan. „Gelukkig staat mijn trainer, Alex van Zutphen, dat niet toe. Anders had ik allang blessures gehad.” Zo nu en dan ziet hij het even niet meer zitten. Daar dankt hij zijn bijnaam ‘Jankerd’ ook aan. „In de winter train ik zo verschrikkelijk hard, dat ik soms kotsend langs de baan zit. Alex schreeuwt dat ik door moet gaan om de grote toernooien te halen. Maar ik ben wel realistisch hoor, een wereldtopper zal ik niet worden.” Samen met zijn trainer rekende hij ooit uit, dat als hij op zijn best presteert, hij maximaal 7600 punten op de meerkamp kan halen. Zijn record ligt nu op de 6500 punten. „Voor de Wereldkampioenschappen moet je minstens 8000 scoren. Maar zeg nooit nooit,” lacht Jehee. „Eerst dit seizoen maar eens naar de 7000.”

woensdag 3 februari 2010

Column'pje over een straatnieuwsverkoper

“De Straatnieuwsverkoper”

“Ga jij mij een goede dag bezorgen?”, klinkt het uit het niets, terwijl ik het altijd drukke Hoog Catharijne binnenwandel. Het is de straatnieuwsverkoper die mij met zijn smeekbede bruut uit een hele fijne dagdroom verstoort. Het eerste wat ik denk is: “Ja, ik geef hem geld, ik ben eigenlijk best een beetje benieuwd wat er in zo’n krantje staat”. Dan kijk ik de man vluchtig aan. Grijze haren hangen futloos langs z’n gezicht. Ze zijn misschien twee keer in zijn hele leven gewassen. Het gezicht zit vol groeven en beschadigingen. Hij lacht. Doet-ie dat uit beleefdheid, of omdat hij gelukkig is met het leven dat-ie heeft? Misschien beide.

Acht tanden tel ik in de gauwigheid. Vooral de duizelingwekkende gaten in z’n glimlach vallen me op. Ook de regenjas vol bruine vlekken is een signaal dat de straatnieuwsverkoper wel een financieel steuntje in de rug kan gebruiken. Maar dan knalt die ene zin door m’n hoofd. “Ga jij mijn dag goedmaken”?, al zwaaiend met zijn stapeltje kranten. Ga jij mijn dag goedmaken.??? Ik denk: draai het nou eens om. Maak alsjeblieft je eigen dag goed, meneer de straatnieuwsverkoper. In minder dan een seconde tijd hak ik de knoop door.

Ik geef hem helemaal niets. Ik verontschuldig me (waarom eigenlijk), en ik loop door. Met die instelling verdient deze man geen hulp. Ga daar eerst maar eens mee aan de slag. Kom met een andere openingszin. Misschien koop ik dan wel een krantje. Werkse!

Primeur in Woerden: De asbakken gaan terug op de tafels. Interview met Kees de Leeuw, eigenaar Café de Marketier

‘Per 1 januari 2010 mag er weer gerookt worden’

Door DENNIS BOXHOORN

WOERDEN

Kees de Leeuw, eigenaar van café de Marketier aan de Hogewoerd, zet per 1 januari 2010 de asbakken terug op tafel. Vanaf dat moment mag er overal in zijn kroeg weer gerookt worden. „Een groot deel van de klanten staat buiten te roken. Ze nemen alle gezelligheid mee de kroeg uit,” legt de 53-jarige uitbater uit. „Bovendien wordt er toch niet meer gecontroleerd en houdt bijna niemand zich er in Nederland aan.”

De Leeuw kwam zo’n twee weken geleden met het idee op de proppen, tijdens een vergadering van Woerdense horecaondernemers. Collega-uitbaters reageerde aanvankelijk positief op de plannen van De Leeuw, maar na een korte rondgang blijken hun ideeën toch aanzienlijk bijgesteld. „Ik begrijp de actie van De Leeuw maar al te goed en ik steun het idee ook. Maar ik hoor aan de andere kant genoeg geluiden in mijn zaak van mensen die juist blij zijn dat Woerden, als één van de weinige gemeenten in Nederland, zich wel aan het rookverbod kan houden,” aldus Pike Uittenbogaard, eigenaar van café de Pompier. „Maar de wet van minister Klink is zo vaag, dat ik nog niets definitief besluit. Voorlopig ga ik niet mee, maar het kan zomaar zijn dat ik binnenkort vanaf een bepaalde tijd de asbakken gewoon weer terug zet.”

Ook Moniek van der Pol van Drinkerij het Bierhuys heeft nog niets definitief besloten. Als ze mee zou doen, zal dat onder luid protest gaan. „Als wij straks de enige kroeg zijn in Woerden waar je niet binnen mag roken, dan moet ik wel mee. Anders lopen al mijn klanten weg,” vreest ze. „Dat de gezelligheid naar buiten verdwijnt met al die rokende mensen, vind ik onzin. Dat mag geen reden zijn om een wet maar naast je neer te leggen. Iedereen is nu eindelijk gewend aan het rookverbod. Straks mogen ze even binnen roken, om het vervolgens weer af te leren als de minister met een nieuwe wet komt.”

Alleen Eric de Kock (café Walzicht) en Ed Breuren (Breuren) hebben aangegeven onherroepelijk niet mee te willen doen. „Ed heeft een eettent, dus dat is weer heel wat anders,” weet De Leeuw. De Kock op zijn beurt, baalt als de uitzondering op het rookverbod een ‘Woerdense regel’ wordt. Hij vindt dat we juist trots zouden moeten zijn dat Woerden zich zo goed aan de wet houdt. „Ga maar eens kijken in de omliggende gemeenten en je ziet ze overal roken, echt waar. Iedere ondernemer moet het natuurlijk zelf weten, maar ik zou het jammer vinden als men allemaal mee zou doen. Je moet goed op je zaak blijven letten en als het moet, dan moet het, maar voorlopig houden wij ons gewoon aan de wet,” verzekerd De Kock. „Wat niet wegneemt dat het een ludieke actie is tegen een vaag omschreven wet.”

Voorlopig lijkt De Leeuw in Woerden dus de enige te zijn die in het nieuwe jaar de asbakken terug zet. En wat als hij toch tegen een flink hoge boete aanloopt? „Dan laat ik het voorkomen en mag de rechter er over beslissen.” Het personeel, voor wie de wet aanvankelijk in het leven werd geroepen, staat in het geval van de Marketier, volledig achter het besluit van De Leeuw. Barkeepster Amanda, die niet met haar achternaam in de krant wilt, zou het een verademing vinden. „Dan hoeven we eindelijk niet meer als politieagent op te treden. De gezelligheid blijft lekker binnen en van geluidsoverlast hebben de omwonenden ook geen last meer.”

Interview met Thijs Ros, teamcaptain AV Clytoneus Woerden.

Clytoneus staat voor een flinke ‘horde’

Door DENNIS BOXHOORN

WOERDEN

Twee seizoen geleden was AV Clytoneus de eerste vereniging in Woerden ooit, die dankzij uitmuntende prestaties wist door te dringen tot het hoogste competitieniveau van ons land: de Eredivisie. Om er door een zeer onfortuinlijke samenloop van omstandigheden ook direct het seizoen erna alweer uit te kukelen. Inmiddels hebben die omstandigheden zich geëvolueerd naar langdurigere problemen en zal de club alle zeilen moeten bijzetten, wil het zelfs in de eerste divisie van de landelijke competitie actief blijven. Teamcaptain Thijs Ros ziet daarin een flinke uitdaging, een horde die genomen moet worden.

In het seizoen 2007/2008 werd het sterrenteam van de Woerdense atletiekvereniging, met daarin onder andere Olympiër Maarten Heisen, derde in de eerste divisie, genoeg voor een promotie/degradatiewedstrijd, met de Eredivisie vol in het vizier. Het sterkste team stond aan de start. Geheel blessurevrij en op volle kracht. De beslissende wedstrijd werd gewonnen en voor het eerst in de geschiedenis van de club, kon er in competitieverband op het hoogste niveau van Nederland geacteerd worden. „Ja, geweldig moment natuurlijk,” glundert Ros, destijds zowel teamcaptain als deelnemer. „Nog steeds kan niemand ons dat navertellen. Het was alleen maar van korte duur.”

Het seizoen daarop (2008/2009) ging alles mis. Het team stond landelijk op een derde plaats, maar in finale was het genoodzaakt te verschijnen met een B-team, zelfs een C-team volgens Ros. „De atletiekunie (KNAU) was zo dom geweest om een Europacupwedstrijd tegelijk te plannen met de landelijke competitiefinale. Maarten, onze grootste troef op de sprintnummers, was er dus niet bij.” En daarmee was het nog niet gedaan. Ros zelf kampte met een kuitblessure, opgelopen tijdens het polsstokhoogspringen. Eelco Veldhuijzen, in 2007 nog Nederlands Kampioen op de 400 meter horden, had al ruim een jaar last van een rugblessure. Kortom, het team was geen schim van een jaar daarvoor. In de finale werd Clytoneus achtste en laatste, met degradatie naar de eerste divisie als gevolg.

Vorig seizoen (2009/2010) kwamen wederom weinig ‘puntenpakkers’ in actie, maar handhaafde het team zich knap op het één na hoogste niveau. Voor komend jaar ziet er allemaal veel somberder uit. Sprinter Heisen scheurde drie weken geleden zijn achillespees volledig af en verwacht wordt dat hij pas in 2011 weer hersteld is. Ook Veldhuijzen is nog niet voldoende hersteld voor deelname in het competitieteam. En dat is nog maar een kleine greep uit de Woerdense ziekenboeg. Is het pure pech, of hebben de blessures een verklaarbare oorzaak? „Niets anders dan pech,” verzekerd Ros. „Al onze toppers trainen op verschillende plekken, dus het kan nooit aan de manier van training liggen. Maar daar hebben alle team last van, zo zit de sport nu eenmaal in elkaar.”

Waar de gemiddelde sportliefhebber het somber inziet, heeft Ros zijn weerwoord allang klaar. Hij is eveneens jeugd- en regiotrainer en heeft behoorlijk sterk vlees in de kuip. Clytoneus heeft de toekomst. „Ik noem een Jurjen Polderman (meervoudig Nederlands Junioren Kampioen 800 en 1500 meter, red.), Ricardo Sprong (3e allertijden 800 meter C-Junioren, red.), Niels van Dijk (Nederlands Junioren Kampioen 400 meter, red.). En zo kan ik nog wel even doorgaan,” verzekerd Ros, terwijl hij met zijn vuist op tafel slaat. „Ik was ooit aanjager van het hele competitiegebeuren en dat zal ik blijven. We hebben onze verenging meer dan op de kaart gezet en ik blijf me volledig wegcijferen, tot ik doodga. Dus, of we ons handhaven in de eerste divisie? Ja zeker.”

Op 25 april staat voor Clytoneus de eerste competitiewedstrijd van het nieuwe seizoen op het programma. Daar zullen de Woerdenaren naar verwachting weinig klaarspelen. Ros, Polderman, Van Dijk en Sprong zijn allen op trainingskamp in Portugal. In de resterende twee wedstrijden moet het dan gebeuren. „De ultieme uitdaging, zo moet je het zien. Gewoon een volgende horde die we met zijn allen moeten nemen.”