donderdag 18 februari 2010

Interview met dartster Sabrina Mulder

Dartster Sabrina Mulder krijgt kriebels
na finaleplaats Alphen Open

Door DENNIS BOXHOORN

ALPHEN

Dartster Sabrina Mulder kan het zelf eigenlijk nog niet helemaal bevatten. Vorig weekeinde, daags voor haar vijfenveertigste verjaardag, zorgde ze voor een stunt met een finaleplaats bij het RNG Open dartstoernooi in Alphen. In de finale verloor ze van Rilana Edes uit Leiden, met 4-2. Dat was geen schande, aangezien Edes momenteel elfde staat op de wereldranglijst. Ter vergelijking: Mulder heeft geen ranking en speelt slechts eens in de week mee in de verenigingscompetitie. Maar ooit was ze dichtbij de nationale top-10. „Nu ik zo goed gooi, krijg ik veel aandacht van de pers. Daardoor ben ik wel aan het twijfelen om het weer als prof te proberen.”

Mulder begon het toernooi in de Rijnstreekhal allerminst voortvarend. Ze verloor haar eerste partij, maar kwam in de drie volgende op dreef. „Ik ben een diesel. Het duurt altijd even voordat ik ze ga raken,” grapt Mulder, in het dagelijks leven financieel adviseur. In de kruisfinale en halve eindstrijd had ze geen kind aan haar tegenstandster, tot ze in de finale stuitte op Edes. Maar van teleurstelling was totaal geen sprake bij de geboren Veendamse (Gr.). Ze gooit het op gezonde Hollandse nuchterheid en bekijkt het van de positieve kant. „Ik heb toch maar even twee legs van Rilana afgetroggeld en dat terwijl zij iedere dag traint. Ik niet.” Momenteel kan Mulder thuis niet trainen. Een dartbord, op het eerste gezicht een essentieel voorwerp in de huiskamer van een dart(st)er, ontbreekt vanwege een verbouwing. „Maar hij krijgt een prominent plekje,” verzekert ze.

Mulder weet nog goed wanneer ze haar eerste pijltjes gooide. Ruim zevenentwintig jaar geleden werd haar toenmalige vriend sportman van het jaar (karten) in Veendam. Het lokale radiostation nodigde alle winnaars inclusief aanhang uit om te komen darten in de studio. „Uiteraard was het voor de fun, maar ik bleek er nogal talent voor te hebben. Het gevoel met de pijltjes was er en sindsdien ben ik in de sport blijven hangen,” vertelt Mulder. Ze begon zich in te schrijven voor lokale toernooien en trainde elke dag ruim twee uur in de eigen woonkamer of in de kroeg. „Op het hoogtepunt gooide ik drie toernooien in een weekend.”

Maar het vrouwendarten heeft mondiaal een stuk minder aanzien dan bij de mannen. Daar kwam ook Mulder al snel achter. „Alleen al aan benzine was ik zeker drieduizend gulden op jaarbasis kwijt. Dan komt er nog inschrijfgeld per toernooi bij. Bovendien moet je ook extra betalen voor de wedstrijden waarbij je punten kan scoren voor je ranking. Op den duur kostte het me te veel geld. Ik betaalde vaak meer geld voor deelname, dan ik ooit met het prijzengeld kon terugverdienen.” Mulder bedacht in een uiterste poging om van haar hobby haar werk te maken nog wel een ludieke actie. Ze benaderde mensen waarvan ze wist dat ze veel oude spullen op zolder hadden liggen. Die verkocht ze vervolgens op een rommelmarkt, maar ook via die weg was het niet lang vol te houden. Een sponsor werd nooit gevonden.

Met enige jaloezie kijkt ze nog wel eens naar Nederlands succesvolste dartster allertijden, Francis Hoenselaar. Mulder zelf speelde ooit eens tegen de huidige wereldkampioene (verloor wel) en had graag in haar voetsporen getreden. Maar een dergelijke ‘brooddarter’, zoals Mulder dat noemt, zal ze niet worden. En dat hoeft ook niet, want in de competitie (3e divisie) heeft ze het met haar vereniging Markx uit Alphen eigenlijk prima naar de zin. Voor darters van het andere geslacht hoeft ze niet onder te doen. Sterker nog, ze verslaat de meeste. „Na een tijdje krijgen die kerels zelfs respect voor je. Heerlijk vind ik dat.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten